Bakker, Benali & Koeleman -- Runner's World
50716
portfolio_page-template-default,single,single-portfolio_page,postid-50716,qode-core-1.0.3,ajax_fade,page_not_loaded,,capri-ver-2.3, vertical_menu_with_scroll,smooth_scroll,fade_push_text_top,paspartu_enabled,blog_installed,wpb-js-composer js-comp-ver-5.5.2,vc_responsive
 

Bram Bakker, Abdelkader Benali & Hans Koeleman @Runner’s World

Bram Bakker, Abdelkader Benali & Hans Koeleman @Runner’s World

WAT BEWEEGT PSYCHIATER BRAM BAKKER, EX-TOPATLEET HANS KOELEMAN EN SCHRIJVER ABDELKADER BENALI OM SAMEN EEN THEATERVOORSTELLING TE MAKEN? HUN GEZAMENLIJKE PASSIE VOOR HARDLOPEN.

 

TEKST NICK KLAESSENS FOTOGRAFIE DIRK-JAN VAN DIJK

 

Op het podium zijn ze helemaal niet zo van de interactie. Dan doet eerst Bram Bakker een verhaal van een half uur, over het psychologische aspect van hardlopen. De geest. Dan heb je dertig minuten Hans Koeleman met de totaalbeleving van een topatleet. Het lichaam. Uiteindelijk komt het verhaal bij amateurloper Abdelkader Benali. De verbeelding. ‘Over de droom om mooie tijden te lopen,’ legt Benali zelf uit. ‘Maar vooral ook over het verleggen van grenzen. Ik heb dit jaar een hoop van deze twee mannen geleerd over de relatie tussen het brein en het lichaam.’

 

Helpt dat nog bij het lopen?
Benali: ‘Nee, maar wel bij verjaardagen, haha. Zodra mensen beginnen te zeiken over hardlopen, dan gooi ik er een paar argumenten van Bram in. Nou echt, geloof me, daarna is het verschroeide aarde. Iedereen is óf zijn spullen aan het pakken om hardloopspullen te gaan kopen, of begint écht te haten.’
Koeleman: ‘Daar tussenin bestaat niks.’
Benali: ‘Het leuke aan Bram is dat hij de anti-hardloper dom laat lijken.’
Bakker: ‘Dat is ook dom, als je niet hardloopt in 2018.’

 

Doe ’ns een minuutje Bakker versus de anti-hardloper.
Benali: ‘Yes!’
Bakker: ‘Het gebrek aan lichaamsbeweging is de grootste bedreiging van onze gezondheid. Hoe drukker mensen het hebben, hoe minder ze gaan bewegen. Dat correleert echt heel slecht met het emotioneel welbevinden, wat dan een beetje mijn vak is. Het eerste wat mensen moeten gaan doen, is een beetje bewegen. Sport hoef je helemaal niet leuk te vinden, maar je lichaam agenderen, dat heet nu eenmaal sport.’
Benali: ‘Bram zegt in de voorstelling letterlijk: als ik niet hardloop, dan word ik gek. Dat ervaar ik zelf ook zo. Het hardlopen zorgt ervoor dat ik in mijn relatie, in mijn werk, in mijn dagelijkse praktijk een beetje kan doorrollen. Als ik niet dat hardlopen had als excuus, als ventiel, dan zouden een hoop dingen slechter gaan.’

 

‘JE KOMT NIET NAAR ONZE SHOW OM WEG TE
GAAN MET BUIKPIJN VAN HET LACHEN’

 

Buiten het podium is het trio op elkaar ingespeeld als een topfitte meniscus, hetgeen te merken is tijdens de fotoshoot in het Amsterdamse Torpedo Theater. Benali en Bakker bestoken elkaar met feitjes en meningen over verschillende jaargangen van de Olympische Spelen (‘En Barcelona, welke doping stond er toen op het menu?’) of uit de voetbalgeschiedenis. ‘Deze houding doet me denken aan die Paul Huf-foto van Ajax,’ lacht Benali als ze alle drie in de starthouding staan. Bakker: ‘Keizer, Cruijff, Swart en Nuninga.’
Benali, met theaterstem in fonetisch Engels: ‘The famous runners return to theatres: Becker, Benelli and Coolmen.’
‘Abdel is het makkelijkst te vervangen,’ zegt Bakker later weer over de voorstelling, ‘hij kan niet altijd. Als je hem vervangt, moet je een originele stem hebben. We zoeken niet iemand die hem gaat herhalen, die zijn er in de hardloopcommune ook niet echt.’ Het publiek bestaat uit hardlopers en theatermensen. Bakker: ‘Het is één keer voorgekomen dat een clubje teleurgesteld naar ons toe kwam na afloop, maar zij kwamen elke donderdag en kregen ineens drie hardlopers voorgeschoteld. Gelukkig was er witte wijn.’
Benali: ‘Toen ik tien jaar geleden Marathonloper uitbracht, dacht ik: dit is een boek voor een hardloop-community die aan het einde van zijn groei is gekomen. De hype is overgewaaid. Maar er zijn twee dingen gebeurd de afgelopen tien jaar die ik niet had voorzien: ten eerste heeft die groei doorgezet. Loop rond een uur of vijf maar richting Amstel, nou, je moet bijna een nummertje trekken om te mogen lopen, zo gek is het nu. Ten tweede lopen er veel jonge mensen en ze rennen ook veel harder. Tien jaar geleden had je joggers. Mensen van nu kijken naar filmpjes op Youtube, letten op hun techniek en lópen dus ook veel beter dan toen. Een derde trend is dat de diversiteit is toegenomen binnen het hardlopen. Mensen zetten hardlopen op verschillende manieren in. En dát sluit aan op beleving en op onze voorstelling. Want mensen die naar onze voorstelling komen, gebruiken onze voorstelling om een betere hardloper te worden. Ze willen leren, ze willen ervaren, ze willen voelen.’

 

Ze komen nog net niet met een notitieblok naar het theater.
Benali: ‘Nou, je ziet ze mentaal aantekeningen maken. Mensen komen voor de theatrale verbeelding, maar ook omdat ze een betere hardloper willen worden.’
Koeleman: ‘En voor de herkenning. Het is een gemeenschap van gelijkgestemden. Het is absoluut onze missie om te inspireren, zodat het publiek denkt dat dit hét ding is. Dat er randjes aan zitten, die prikkels komen in alle drie de delen terug.’

 

De voorstelling bouwt op de drie pijlers van jullie achtergrond: lichaam, geest, verbeelding. Merk je dat je dit jaar richting een van de andere pijlers getrokken bent?
Bakker: ‘Kijk naar Hans: die gozer heeft tijden gelopen, dat is onvoorstelbaar.’
Koeleman: ‘Zelfs ik kijk naar mezelf en denk “Holy fuck, wat heeft die jongen hard gelopen.” Ik heb een hoop argumenten om antihardlopers aan het hardlopen te krijgen. Je komt niet naar onze show om weg te gaan met buikpijn van het lachen, of om magistraal theater te zien. Maar er zit toneel in, er zit humor in.’
Bakker: ‘Die anekdote over dat een aantrekkelijke vrouw zegt “Die marathon ga je niet lopen hoor, je bent gek!” Ja, dan ga je het juist doen. Dat is een briljante grap en zó kenmerkend voor de loper.’

 

Je moet een beetje gek zijn.
Bakker: ‘Ja en nee. Die avond mag je erom lachen, de volgende dag ben je weer aan de beurt. Of je nou veel leest of naar het theater gaat, je kan niet bewijzen dat je er harder van gaat lopen. Maar het kan helemaal geen kwaad om er eens even op die manier mee bezig te zijn.’

 

Abdelkader, jij hebt weleens gezegd dat je vrij aan de start moet staan. Je kan alles lezen over schoeisel, voeding en dit en dat, maar wanneer je te veel opdrachten hebt, ga je de eindstreep niet halen.
Benali: ‘De voorstelling eindigt met totale leegte. Want die laatste minuut, dan sta ik voor de start, heb ik alles achter me gelaten en wil ik gewoon weer het startschot horen. Voelen. Het moment dat je daar staat, dat is zo magisch. Dan is het alleen nog maar: adem in, adem uit. Heel klein, heel stil, maar je voelt: ik ben vrij. Elke hardloper weet dat je alles kan voorbereiden, alles kan inrichten en doen, maar zodra het startschot klinkt, is het weer een schone pagina. Dat vond ik heel mooi in jouw stuk, Hans. Je strandt op de je die motivatie door weer te gaan lopen.’
Koeleman: ‘Het is een extensie van je leven, het pad waarop je eigenlijk al leeft. Een vriend van me uit Kaapstad zegt: running is living. Het is een manifes- Olympische Spelen twee keer in de halve finale, belt je moeder en die zegt dan: “Ja, maar je hebt er toch twee achter je gelaten.” Het enige wat jij wil, is motivatie vinden waarom je dit doet. Dat duurt even en dan vind tatie van wie je zelf bent – we zitten hier ook gewoon te leven – maar hardlopen, alles zit daarin. Je moet je goed voorbereiden. Maar zodra je start, moet je niet te veel nadenken.’

 

‘IK WAS NET IETS LANGZAMER DAN LANCE
ARMSTRONG EN DIE GEBRUIKTE’

 

Jullie wéten dit allemaal, maar gaat het nog weleens mis?
Benali: ‘Tuurlijk. Ik verschijn nog steeds af en toe overspannen aan de start. Dat ik zo prestatiegericht ben en denk de regie over mijn prestatie te hebben; dat is een slechte manier om een wedstrijd te lopen.’
Koeleman: ‘Als je een bepaalde prestatie neer wil zetten, zul je een methodiek moeten hanteren. Maar het moet niet te dogmatisch worden.’

 

Klinkt hier de stem van Bob Boverman?
Koeleman: ‘Bob was inderdaad degene die dit altijd zei. Het moment dat iets “de Bob Boverman-methode” genoemd wordt, dan is het al een dogma. Je moet openstaan voor alles.’
Benali: ‘Als je progressie ziet naar aanleiding van een schema, dan is het makkelijk om in een dogma te geloven. Het levert iets op! Maar, vroeg of laat richt je je zo op een dogma dat je vergeet dat een lichaam zelf ook een dogma heeft, dat je daarnaar moet luisteren. Ik ben door de jaren heen veel beter gaan luisteren naar mijn lichaam.’

 

Wanneer voelde je dat?
Benali: ‘Mijn meniscusblessure heeft alles wel ter discussie gesteld: waar ben ik eigenlijk mee bezig? Wat is dan wijsheid? En hoe moet je dat dan oppakken? Het stilstaan door een blessure doet meer pijn dan de laatste kilometer in een marathon. Het correspondeert met iets essentieels, namelijk, dat je echt totaal afhankelijk bent van je lichaam. Je geest kan nog dit en dat, maar je lichaam is leidend: daar moet je mee leren dealen.’

 

Qua pr is Abdelkader de snelste op de marathon.
Benali: ‘2.42.’
Koeleman: ‘2.52.’
Bakker: ‘2.46.’
Benali: ‘We zijn best snelle jongens.’
Bakker: ‘Ik was net iets langzamer dan Lance Armstrong en die gebruikte.’
Benali: ‘Niet normaal.’
Bakker: ‘Ik liep een keer naast Armstrong in New York, nog voordat hij gevallen was. Samen met die Mexicaan die in Nederland woont.’
Koeleman: ‘German Silva?’
Bakker: ‘Ja, die won New York in ‘94 en ’95.’
Benali: ‘Woont hij in Nederland?’
Bakker: ‘Ja, op Texel. Nederlandse vrouw getrouwd. Ik heb een foto waar ik met hen opsta, én Alberto Salazar die in ’80, ’81 en ’82 won. De ondertitel van de foto luidt: “Lance Armstrong running his first marathon, some running legends guiding him.” Armstrong zei dat hij verwend was als fietser. De marathon, dat was pas pijn lijden.’
Benali: ‘De marathon is niet voor iedereen weggelegd, maar er is wel een soort type dat er aanleg voor heeft. Die kunnen dat gewoon, je moet er een handigheid in hebben. Ze kunnen zó’n buik hebben en nog zie je aan de buitenkant: die man kan het.’

 

Waar zie je dat aan?
Benali: ‘Die grinta.’
Koeleman: ‘Je zou een keer de Comrades moeten lopen.’
Benali: ‘Ik vind het wel ver hoor, honderdduizend kilometer.’
Bakker: ‘89 kilometer.’
Benali: ‘Dat zeg ik.’
Bakker: ‘Je kan er de hele dag over doen.’

 

Wat zijn jullie doelen op dit moment?
Koeleman: ‘Ooit weer eens de Comrades lopen, ik heb er nu zes gedaan. Als je er tien loopt, dan ben je in Zuid-Afrika een mens waar iedereen, hardloper of niet, naar op kijkt. Dat of terug naar de basis: steeplechase. Twee jaar geleden was dat het idee als middel om weer superfit te worden. Mijn zoontje van elf liep me eruit met een grote glimlach. Ik hoorde dat de afstand voor zestigplussers op de steeplechase slechts twee kilometer is. En dat de horden ook echt op babyhoogte staan. Dát ga ik doen.’
Benali: ‘Mijn eerstvolgende wedstrijden zijn de Letterenloop en de Halve van Zwolle. De Comrades lijkt me wel mooi, maar Zuid- Afrika is zo ver vliegen joh. Kom je daar ­chagrijnig aan. Met Bram zou ik het wel durven, we zijn ook samen naar Marrakesh geweest. Dat was lachen.’
Bakker: ‘We kwamen op het idee om van Abdel een “hardloopsurinamer” maken. Je hebt schaats-Belgen, dus waarom zou dat niet kunnen?’
Benali: ‘Ik had het doel om ooit nog een keer 2.30 te lopen, dan kom je in de buurt van het Surinaams record, laat je je naturaliseren tot Surinamer en dan mag je naar de Olympische Spelen. Goed verhaal toch?’

 

Een soort Eric Moussambani meets Arjan Ederveen.
Benali: ‘Wie is Moussambani ook alweer?’

 

Die zwemmer uit Guinea die in 2000 meedeed in Sydney. Die is nog steeds aan het zwemmen.
Benali: ‘Jaaa, zoiets! Ik zie mezelf al helemaal de vlag van Suriname dragen.’
Bakker: ‘Ik vind dat je dit verhaal gewoon een keer moet schrijven alsof het gebeurd is. Het is zo’n goed verhaal.’
Koeleman: ‘Suriname hééft ooit een gouden medaille behaald hè. Anthony Nesty.’
Bakker: ‘Anthony Nesty!’
Benali: ‘Ook met zwemmen toch?’
Koeleman: ‘Goud op de honderd meter vlinderslag. Onderschat die Surinamers niet.’
Benali: ‘Als we met dit verhaal destijds bij de Surinaamse bond hadden aangeklopt, voor humor gehad. Joe, gaan we doen!’ hadden ze waarschijnlijk wel een goed gevoel
Bakker: ‘Helemaal geen gekke gedachte.’ Koeleman: ‘Er lopen altijd genoeg vreemde
Benali: ‘Aan die marathon mag elk land gewoon twee atleten laten meedoen. Namens Marokko of Nederland gaat ’m niet worden, maar als ereburger van Suriname…’ ’

Opdrachtgever

Runners World

Date

21 juni 2018