‘NOW’S THE TIME!’
Stiekem staat saxofonist Benjamin Herman al zo’n twintig jaar aan de jazztop, maar Veronica Magazine haalde hij nog nooit. Tot nu.
Jazz. Het mooiste woord in de Dikke van Dale. Het komt niet zo vaak voor in Veronica Magazine. Gewoon, omdat het nou eenmaal een niche is. Geen Top 40-materiaal. Meer VPRO Gids eigenlijk. En toch is jazz groot in Nederland. We hebben het gerenommeerde North Sea Jazz Festival, we hebben een aantal jazzlegendes die in Nederland aan hun eind kwamen (Chet Baker, Ben Webster, Don Byas), we hebben Jules Deelder en we hebben Benjamin Herman. Hij doet al sinds de vroege jaren 90 mee in het wereldje. Krijgt lovende kritieken in het buitenland, ja, zelfs in New York. En draait zijn hand nergens voor om: “Als ik strictly jazz zou spelen, zou ik doodongelukkig zijn. Je wilt niet in een wedstrijdje verpissen terechtkomen. Proberen nóg sneller te spelen dan die ene knakker. Of achteruit met m’n hoofd en één arm op mijn rug. Daar probeer ik zo veel mogelijk afstand van te houden. Van dat soort jazz krijgen mensen een hekel aan jazz.” We zitten op een doordeweekse woensdag in de Amsterdamse sociëteit De Kring, net naast het Leidseplein. Toeristen zitten hier niet. Alleen clubleden. Schrijver Arthur van Amerongen, voormalig Concertgebouw-directeur Martijn Sanders… Als we aan de bar zitten met Benjamin Herman, stiekem toch wel een grote persoonlijke held, bekent hij: “Ik fietste net over het Leidseplein, daar zitten een paar Irish Pubs en ik dacht: twintig minuten, één Guinness kan nog wel. Maar ik moet een beetje uitkijken, zometeen heb ik nog een interview. En als ik dan de hele tijd ga zuipen… Ik moet straks nog spelen!”
Je zet ook alles op Facebook en Twitter.
“Dat is verschrikkelijk leuk. Vroeger wist je bij welke krant je een kutrecensie kreeg en waar een goeie. De kranten, dat was alles wat er was. Je was gezegend als je een keer op televisie mocht. Nu heb je alles qua aandacht zelf in de hand. Dat geeft me zo’n rust. Een voordeel van toen is dat als je niet zo goed was, maar wel een blabla-verhaal had, je wel aandacht had. Maar goed, Twitter vind ik het leukst. Leuker dan Facebook.”
Je nieuwe cd Café Solo is toegankelijker dan ooit. Hoe kwam je zelf in aanraking met jazz?
“Via de 78-toerenplaten van mijn vader. In mijn jeugd al een soort van tijdmachines, want de saxofoon was een hip instrument in die tijd. Je had Spandau Ballet, Sade en ska- bandjes als The Specials. Al hadden die geen saxofoon. Maar die doos van mijn vader: Charlie Parker, Dizzy Gillespie, Lester Young.”
Die ska-vibe zit wel in de platen die je opnam met New Cool Collective.
“Dat losse van hoe die gasten opnamen, gewoon met een paar gasten in de studio, dat hebben wij ook. Het is leuk om terug te luisteren, het leeft. Dat geldt ook voor Café Solo. Je hoort er gewoon aan af: dit zijn drie gasten in een studio. Spelen! Daar gaat het om.”
Is het een vetpot?
“Als freelancer moet je zelf zorgen dat je altijd wat te doen hebt. En zodra je niks hebt, moet je zorgen dat je wat krijgt. Ik heb een paar mazzeltjes gehad. Een reclame voor Philips, een filmpje voor Johnnie Walker. Van dat geld heb ik het album Deal opgenomen. Kostte zo’n 35.000 euro om op te nemen.”
Veel spelen betekent veel in aanraking komen met het nachtleven. Is het moeilijk om je te focussen?
“Zolang de secundaire arbeids- voorwaarden maar geen voorwaarde worden om te kunnen doen wat je doet, is er niks aan de hand. Alles draait om die 2,5 uur dat je op dat podium staat. Als je dat aan kunt, valt de rest reuze mee. Maar als je gaat staan kroepoeken avond aan avond, is het snel met je gedaan. Zulke periodes heb ik wel gehad hoor, dat ik niet in shape was. Dan is alles een probleem, heb je nergens meer zin in.”
Is 2013 een fijne tijd om jazzmuzikant te zijn?
“Charlie Parker heeft een nummer, dat is een van mijn credo’s: Now’s the time. Heel simpel liedje, heeft-ie volgens mij in de taxi verzonnen. Die titel is essentieel. Je moet het nu doen. Je kunt wel willen dat je ergens anders op een ander tijdstip geboren was, maar dat ben je niet.”
Wat betekent Jules Deelder voor je?
“Ik mag inmiddels zeggen dat Jules een goeie vriend is. Zeer inspirerend. Hij heeft muziekkennis waar ik elke keer weer steil van achterover sla. Laatst was ik bij ’m thuis en, dat is dan het mooiste wat mij kan overkomen, begon hij namen te roepen. Namen van artiesten en platen die ik moet checken. Dingen waar ik nog nooit van heb gehoord.” (Benjamin pakt zijn iPhone erbij en laat een indrukwekkende lijst zien) ‘Die altist,’ zegt-ie dan, ‘die heeft toen en toen zelfmoord gepleegd, je moet even deze opname van hem checken.’ En dan denk je: ja Jezus, dit heb je voorbereid. Maar nee, zijn kennis van muziek is krankzinnig. Sjéézus. Hij heeft geen computer. Sterker nog, ‘hij heb een pleurishekel aan kompjoeters’. Maar door te luisteren naar mensen doet hij kennis op. En door boeken te lezen. Als Jules een plaatje opzet, bestudeert hij de hoes. Hij heeft een fotografisch geheugen, maar is vooral oprecht geïnteresseerd. Als het hem niks kan schelen, gaat hij het gesprek niet eens aan. Wel leuk, want op de middelbare school las ik al Schöne Welt van hem en dacht: dit is de leven. Dit is jazz.”
Zie jij voor jezelf later ook zo’n rol?
“Eens even kijken, het is niet eens zo lang hoor. Twintig jaar, Jesus Christ. Ik hoop dat ik dan net zo in het leven sta. Dat ik niet overal ‘nee’ op zeg. Veel ouderen zeggen dat ze alles gezien hebben en vinden alles stom. Jules is leuk. Hij is geïnteresseerd in jonge mensen en hij past zich aan aan de tijd.” ◼
01 // Billie Holiday – Lady In Satin
“Toegankelijk voor de beginner, maar zo onwijs doorleefd. snijdt dwars door je ziel.”
02 // Miles Davis – Kind of Blue
“Niet Davis’ beste, maar ik denk áltijd wow bij die plaat. een soort duwbak die maar lekker blijft. al die gasten…”
03 // Stan Getz – Getz Au Go Go
“Dat getuf in die saxofoon, heerlijk. Dat heeft Ben Webster ook, maar als ik toch één album moet kiezen…”
Veronica Magazine
10 mei 2013