Onze gouden man in Rio
10 augustus, precies een maand na de EK-finale, is Nederland massaal geveld door de oranjekoorts. Dan fietst Tom Dumoulin (25) dé wedstrijd van het jaar: de tijdrit op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Hij gaat voor Goud, maar: ‘Ik wil geen Bekende Nederlander worden.’
Tekst: Nick Klaessens
‘Hoe gaat ’t met je?’
Het is een week nadat VOGUE Man met vier man sterk naar Spanje vloog voor een fotoshoot en interview met Tom Dumoulin, de nationale wielertrots. De setting was perfect in badplaats Calpe: 17 graden, sexy locatie, fotograaf Paul Bellaart sprak van een mooi, zacht licht om te fotograferen. Het liep anders. Geen shoot, geen interview. Tijdens de training voorafgaande aan het interview botsten zes collega’s van Dumoulin frontaal op een auto, die op de verkeerde weghelft reed. Ik reed met een Zweedse trainer van Team Giant-Alpecin achter het groepje aan. De ravage was immens. Zes topsporters, gedegradeerd tot hoopjes. Wanhoopjes. Liggend op het asfalt; normaal de arena van hun zegetochten, nu de vijand van het nakende seizoen. Inmiddels maken ze het alle zes goed, hoewel sommigen voorlopig nog geen wedstrijden kunnen fietsen. Een aderlating voor Team Giant-Alpecin, maar het had catastrofaal af kunnen lopen. De twee uur daar te midden van die renners zal ik nooit vergeten. Los van het bloed, het verdriet en de stress die bij zo’n situatie komen kijken, viel me vooral de teamgeest op. De Texaan Chad Chaga die met een gat in zijn hals jammerde: ‘Is die traumahelikopter voor mij? Ik hoop zo dat-ie voor mij is. En dat mijn maten oké zijn.’
Het is precies een week en een dag later als Tom Dumoulin belt. Hij is degene die het vraagt: ‘Hoe gaat het met je?’ Hij belt vanuit Maastricht, waar hij een dag eerder is gearriveerd voor een paar dagen vrijaf. Het leven ging door na de crash, en dus ook de trainingen. ‘Jaah, ik had het om verschillende redenen wel even gehad op trainingskamp, ja.’
Hoe heb jij die zaterdag beleefd?
‘Er sijpelde mondjesmaat informatie binnen. Eerst hoorden we iets over een crash met een auto, daarna pas dat het ernstig was. Dan schrik je, maar het is moeilijk om je er een voorstelling van te maken. Voor de renners in het hotel was dat misschien wel het beste.’
Je leek wat in jezelf gekeerd. Naar wie trek je toe als zoiets gebeurt?
‘Ik sluit me zeker niet af. We zijn dezelfde avond koffie gaan drinken met zijn allen, om samen maar wat te doen. Het voorval te bespreken.’
Zit je anders op de fiets na zoiets?
‘Ehh, nee. Misschien dat ik onbewust iets voorzichtiger ben met het verkeer. Of juist wat bewuster, maar dat is in Spanje sowieso een moeilijk verhaal. Kijk, dit was natuurlijk een bizar ongeluk. Maar verder doet het me niet veel op die manier. De volgende dag ben ik gewoon vijf uur gaan fietsen. Wat kan ik anders doen? Van in het hotel zitten, word ik ook niet gelukkig. Zeker naar het eind van de week toe hebben we weer kwalitatief goed getraind. Op zich raar, maar het leven gaat door.’
Je bent op die plek, je wordt steeds met de situatie geconfronteerd.
‘Zelf heb ik het niet bewust meegemaakt, er flitsen geen beelden door mijn hoofd. Het is enorm tragisch wat er is gebeurd, maar het enige wat we kunnen doen voor die jongens, is zo hard mogelijk trainen en een mooi seizoen racen.’
Hoe reageerde Chad Haga toen jullie op bezoek kwamen?
‘Die was superblij met het ijs dat we voor hem hadden meegenomen. Hij had drie dagen helemaal niks gegeten, dus we waren even langs McDonald’s gereden om verschillende dingen te kopen: een smoothie, een ijsje en dat soort dingen. Hij was zo gelukkig. En om ons te zien, haha.’
Hebben jullie ‘m gevoerd?
‘Haha, nee. Dat kon hij zelf met een rietje. Zijn verloofde was die middag ook ingevlogen.’
Roze droom
Het is snel gegaan voor de jonge Maastrichtenaar. Na het gymnasium wilde hij geneeskunde studeren, maar werd uitgeloot. Dumoulin besloot vol voor het wielrennen te gaan. In 2013 won hij brons (tijdrijden) en zilver (wegwedstrijd) op het NK Wielrennen. Een jaar later won hij brons op het WK Tijdrijden. Vorig jaar liet hij zich pas echt van voren zien. Na twee etappewinsten in de Ronde van Zwitserland dacht heel Nederland dat-ie wel even de gele trui zou pakken in de Tour de France. Het plan mislukte, mede door een valpartij waarbij hij zijn schouder brak. Einde seizoen zou je denken, maar Dumoulin herpakte zich en kwam glorieus terug in de Ronde van Spanje, de Vuelta. Hij won twee etappes en reed tot op de laatste dag in de rode leiderstrui. Hij is niet langer een talent, niet alleen meer dat tijdrittalent, maar iemand die voor het klassement in de grote rondes kan gaan. Dat hebben we in Nederland al decennia niet meer gehad, en dus is Tom Dumoulin een hit. Een held, een hype. De man die iedereen wil spreken, terwijl Tom Dumoulin een doodnormale Limburger is. ‘Ik weet eigenlijk niet waarom ik ja zei tegen VOGUE Man. In principe past het niet bij mij’, lacht de verlegen held. ‘Tegenwoordig gaan alle aanvragen via de ploeg of via mijn persoonlijke manager. Dat is een prettige manier voor mij, want het is nu zo druk dat ik het overzicht niet meer zie. In samenspraak met de ploeg kijken we wat wel en niet bij me past. Je zou zeggen: kies dan voor een wielerblad, maar ik vind het ook wel weer leuk om eens met een ander blad te praten. Ik probeer een balans te vinden. Ik kan niet overal nee tegen blijven zeggen, maar het liefst wil ik lekker door Maastricht kunnen blijven lopen en rustig uit eten gaan. Een Bekende Nederlander wil ik niet worden.’
Je zou bijna zeggen dat het goed is dat je de Vuelta niet gewonnen hebt.
‘Haha, nee nee nee, zover ga ik niet. Uiteindelijk ontkom ik niet aan die bekendheid. Althans, ik heb nog meer doelen in mijn wielercarrière en als ik die allemaal zou halen, dan wordt bekend zijn iets wat erbij hoort.’
Na die legendarische negende etappe in de Vuelta zei je op Radio 1 iets over het moment dat je werd ingehaald door Chris Froome op 300 meter voor de finish. Dat de bewegingswetenschapper in je naar boven kwam en dat je wist dat Froome leeg was. Zit je echt zo op de fiets?
‘Ja, wel een beetje. Ik ben het niet aan het uitrekenen hoor, dat gaat wat ver. Maar wel: Hey, ik weet wat voor inspanning hij ongeveer heeft moeten leveren om bij mij te komen, hij heeft al langer dan een minuut zó hard moeten fietsen. Dat kan hij nooit twéé minuten op die manier volhouden. Daar put ik mijn hoop uit.’
Is deze wijsheid niet gewoon wat je moet hebben om grote rondes te winnen?
‘Ik ben geen wetenschapper. Ik wéét dat het hem veel energie heeft gekost. Hij en Rodriguez overbluften zichzelf door meteen bij me weg te fietsen toen ze me eindelijk in m’n wiel zaten. Na tien meter moest Rodriguez al gaan zitten, toen wist ik genoeg: die zijn kapot.’
Heb je dit later nog terug gezien met die fantastische commentator van Eurosport?
‘Ja! Haha.’
Je hebt zo’n goeie naam voor een wielrenner. In welke taal klinkt-ie het mooist?
‘Oh, daar ga ik niet naar op zoek. Hij hoort op z’n Frans uitgesproken te worden, maar of ik dat mooi vind, is een tweede. Dat Engelse commentaar op Eurosport was die dag episch.’
Wat is er uiteindelijk nodig om die groten als Froome, Contador en Aru te verslaan?
‘Het begint met een bepaald vermogen dat je moet trappen. Als je ongeveer op dat niveau zit, kun je gaan proberen te winnen. Klimmen is meer dan klimmen. Je kunt snel jezelf verliezen. Dat gebeurde mij in het verleden vaker. Had ik onnoemelijk veel pijn in mijn benen en zag ik om me heen nog veertig man zo’n klim op rijden. Nu weet ik: driekwart van die renners is helper, die draaien op een gegeven moment af. Dan blijf je met een paar mannen over. Dan voel ik me meer op mijn gemak dan wanneer er nog veertig man over zijn.’
Je hebt uitgesproken dat je voor de Giro en Rio gaat. Kan zoiets nog een last worden?
‘Wat de rest van Nederland denkt, zal me echt aan mijn reet roesten. Dat het van mezelf moet, is een dingetje waar ik een positieve draai aan probeer te geven. Er moet natuurlijk helemaal niks, wat een onzin eigenlijk dat ik móét winnen. Het zou geweldig zijn, maar het moet niet. Van mezelf moet ik er wel álles aan gedaan hebben om daar in goede vorm te zijn.’
Je hebt dus niet het idee dat het van jou af hangt of het een leuke zomer wordt voor de rest van Nederland?
‘Nee, haha. Dat interesseert me helemaal niks. Dat klinkt misschien cru, maar ik fiets omdat ik dat zelf erg leuk vind. Niet omdat anderen daar gelukkig van worden, want dan was ik allang gestopt.’